Pieken en dalen

Pieken en dalen

Pieken en dalen

Ik doe het al jaren, werken met pieken en dalen. Al op de middelbare school had ik de ernstige gewoonte om pas een dag voor de deadline te beginnen aan een werkstuk, en om de dag voor mijn tentamen (of examen!) pas te beginnen met leren. Ik had altijd een uitstekend overzicht van wat ik allemaal moest doen en hoeveel tijd ik daarvoor nodig had, maar op tijd beginnen… ho maar. Ik wachtte altijd op het laatste moment, maar wel vroeg genoeg om altijd de deadline te halen.

Het is niet dat ik het niet wilde. Het leek me heerlijk om op tijd te beginnen aan grote opdrachten, of om een week voor de toets alvast alles goed geleerd te hebben. Maar ik kon en kan het niet. Zolang ik geen druk voel, komt er niets uit mijn vingers. Mijn creativiteit is ver te zoeken, mijn brein lijkt geen informatie op te nemen. Ik lanterfant wat en kom uitstekend aan mijn ontspanning. En na een tijdje gaat het borrelen, voel ik de druk opkomen, en dan ga ik als een sneltrein.

Werken met pieken en dalen. In piekweken – vroeger betekende dat een toetsweek, nu betekent dat een week met veel deadlines – werk ik soms wel 60 uur (ik werk normaal gesproken 24 uur per week) en ga ik iedere avond tot in de nacht door. Ik lijk onvermoeibaar en knal er in een week tijd een enorme berg werk uit. Iets wat ik een week eerder gewoon niet voor elkaar had gekregen.

Ik werk al mijn hele leven zo. Toch verlang ik soms ook naar een zodanig georganiseerd leven dat ik opdrachten een week voor de deadline al kan inleveren. Dat ik niet altijd dat nachtleven hoef op te zoeken omdat ik pas op het laatste moment aan opdrachten begin. Vroeger was dat prima, maar met twee kleine kinderen in mijn leven, is dat niet altijd een ideale gewoonte.

Ik heb af en toe contact met een coach, die me helpt met mijn eeuwige (en waarschijnlijk never ending) zoektocht naar balans. Mijn eigenlijke doel van de coachsessies was om van die pieken en dalen af te komen. Ik wil een voorbereid mens zijn, iemand die ruim op tijd aan dingen begint, en niet op het laatste moment 300% hoeft te geven. Maar het tegendeel gebeurde. In plaats van dat ik allerlei tips en tools kreeg om van mijn leven een georganiseerd geheel te maken, kreeg ik een metafoor naar mijn hoofd geslingerd.

“Jij bent een stoplicht zonder oranje.”

“Wat?”

“Je staat óf op vol gas, je groene licht, of je staat stil, je rode licht. Maar je hebt geen tussenstand. Wat wil je? Dat ik je help om je oranje licht te vinden? Of wil je accepteren dat werken met pieken en dalen, met rood en groen licht, past bij jouw karakter?”

Dat was dus niet wat ik had verwacht. Ik ging naar huis met een hoofd vol vragen. Wat wil ik eigenlijk? Wil ik veranderen in iemand die haar eigen stoplicht regelmatig op oranje zet om de balans te bewaren? Iemand die gematigder leert werken en die nooit van die weken heeft waarbij ze het gaspedaal extra hard moet indrukken? Eerlijk gezegd vind ik die “gaspedaalweken” ook wel lekker. Het gevoel na zo’n drukke week, dat alles ingeleverd is (want het lukt altijd!) en dat ik een weekje met meer rust verdien omdat ik zó hard gewerkt heb… dat is lekker. Buiten mijn werk om houd ik ook van pieken en dalen. Drukte en rust wisselen elkaar af in mijn leven. In die 28 jaar dat ik op deze planeet rondloop, heb ik nooit een leven gehad waarin ik structureel 1 avond in de week iets gepland had staan, maar nooit drukke weken had. Het is bij mij altijd alles of niets geweest.

Blijkbaar past dat bij me. Na een weekje nadenken, kwam ik tot de conclusie dat ik geen oranje licht hoef te hebben. Misschien af en toe een beetje, maar ik ben geen type voor een structureel “oranje leven”. Zoals mijn coach zei: “Jij gaat je rot vervelen als je niet af en toe een knaldrukke week hebt!” Ze heeft gelijk. Als ik aan sta, wil ik op groen staan, wil ik kunnen gassen. Het geeft me energie. Maar als ik stilsta, wil ik op rood kunnen staan, uitstaan en niks hoeven.

Wat ga ik doen? Leren om af en toe mijn stoplicht op rood te zetten. Want zo goed als ik ben in die groene weken, zo slecht ben ik er in om af en toe een week te hebben met 7 lege avonden in mijn agenda. Met “gewoon” mijn werkdagen en de normale dingetjes, maar geen extra afspraken. Om bij te komen van de “groene week of weken”, waarin ik zo druk ben geweest. Geen enkele metafoor klopt volledig, maar acceptatie van mijn pieken-en-dalen-karakter is misschien wel mooier dan mezelf in veranderen in een stoplicht met een kleur die me slecht staat.

Hoe ziet jouw stoplicht eruit? Heb je een oranje licht? Of rijd je soms keihard, om vervolgens hard op de rem te moeten trappen? Denk er eens over na. Het geeft je inzichten in je eigen manieren van werken!